Mijn conceptie

By | De donor, Over Ester | No Comments

Mijn conceptie vond plaats in maart 1972 in Amsterdam. Mijn ouders zijn doorverwezen naar Leo Swaab door Coen van Emde Boas, seksuoloog en voorman van de NVSH. Dokter Swaab hield praktijk in de sjieke Apollobuurt in Amsterdam, aan de Velazquezstraat nummer 4.

Van Emde Boas en Swaab waren beiden voorlopers in hun vak. Van Emde Boas was de eerste hoogleraar seksuologie in Nederland, en Swaab was één van de eersten in Nederland die begin jaren vijftig kunstmatige inseminatie met donorzaad succesvol toepaste.

Geheimhouding was de norm. Niemand mocht weten van de onvruchtbaarheid van de man en niemand mocht ooit het kind informeren. In een van zijn publicaties over KID schrijft Leo Swaab dat er in de jaren vijftig en zestig ongeveer 500 kindertjes geboren werden die verwekt waren in zijn praktijk. Hij heeft tot eind jaren ’70 praktijk gehouden en ik schat dus dat er ongeveer 750 ‘Swaab-kinderen’ zullen zijn.

De donor, mijn biologische vader, is in maart 1972 in deze praktijk aan de Velazquezstraat geweest om te doneren. Ik was een voltreffer, het was bij de eerste keer insemineren meteen raak!

Wil je meer lezen over Leo Swaab, klik dan hier.

Selectie van donoren

By | De donor | 2 Comments

Ik heb geprobeerd informatie te vinden hoe dokter Swaab donoren selecteerde. Er is helaas niet veel te vinden en ook zijn zoon (hersenonderzoeker Dick) heeft mij geen informatie kunnen geven. In een van zijn publicaties (1955) schrijft Leo dat arts, donor en echtpaar in ieder geval niet Rooms-Katholiek mochten zijn, omdat de Paus zich tegen KID had uitgesproken. Hij kende de donor liefst al enige tijd, zodat hij kon vaststellen dat deze integer was.

Zijn tijdgenoot Levie heeft een boekje gepubliceerd (‘verboden voor ouders’), waarin hij enkele richtlijnen geeft, inclusief het maximaal aantal te verwekken kinderen per donor. Het is echter niet bekend of Swaab dezelfde richtlijnen hanteerde. Die van Levie luidden als volgt:
Hij moet gezond zijn in lichamelijk, geestelijk en genetisch opzicht. Bij voorkeur ouder dan 25 jaar, omdat enkele ernstige erfelijke ziekten zich tegen deze tijd vaak geopenbaard hebben. Verder moet hij goed fertiel zijn en het sperma moet in ieder opzicht aan de eisen voldoen. Bij voorkeur heeft hij zelf ook kinderen, die mede getuigen van zijn vruchtbaarheid alsook van zijn erfelijke gezondheid. In het geval hij gehuwd is, moet zijn echtgenote instemmen met zijn donorschap. Een uiterlijke gelijkenis met de echtgenoot van de te insemineren vrouw is gewenst. Donor en ontvangende partij mogen elkaar niet kennen.

Er gaan verhalen dat ‘in die tijd’ (we hebben het over de vroege jaren ’70) gebruik gemaakt werd van de diensten van studenten. Dat kunnen studenten geneeskunde zijn, maar ook andere studierichtingen zijn mogelijk. Leo Swaab gaf les in Leiden in de tijd dat ik verwekt werd, dus het is goed mogelijk dat het een student geneeskunde uit die stad was. Van Emde Boas, met wie Swaab samenwerkte, gaf les in Amsterdam, dus ook Amsterdamse studenten behoren tot de mogelijkheden. En dan zouden het nog mannen kunnen zijn die Swaab persoonlijk kende of die via een andere weg bij hem terecht kwam.

Als je meer informatie hebt, deel die dan alsjeblieft met me door via deze site contact met me op te nemen.

Contact

    Contact