‘Diblings’ by Damian Adams

By | Lotgenoten | No Comments

Als donorkind kun je op meerdere plekken op het web terecht voor lotgenotencontact. Belangrijk voordeel is, dat er geen landsgrenzen zijn en dat er in internationale groepen hele intelligente en welbespraakte ‘donor conceived individuals’ zitten. Damian Adams is een van hen. Ik vind onderstaande verhandeling van zijn hand, met de titel ‘Diblings’, buitengewoon sterk en verhelderend. Je kunt hem op zijn site lezen, maar nu ook hier. Dank je wel, Damian. Thanks for sharing your thoughts with the world, and allowing me to publish it here on my website.

Diblings

Recently I came across the term diblings. Diblings was used as a term to describe siblings (half or otherwise) that would exist in other families as a result of donor conception. For example two families used the same sperm donor making the children technically half-siblings. So these would be termed donor conceived siblings or diblings.

So here we have an example of people creating a term to replace a perfectly good word that describes the situation accurately. Half-siblings are what they technically are. Some argue that the term “half” is rather demeaning and that they are just siblings. Either way those pre-existing terms describe the biological relationship between those people accurately.

So why create a new term? It is not cute. It even sounds like dribblings – as if they are dribbling. All it does is try to further devalue the significance of the relationship. If we were to acknowledge that they are indeed siblings or half-siblings then that might make people feel bad about them not growing up with or ever knowing each other.

It is analogous to how some people in the donor conception triad (recipient parents, donors, offspring) or even society itself, refuse to acknowledge that the donor is indeed the child’s father. Of course they are a father, they begot the child, which was the original meaning of the term. But because some were worried that the raising male parent might feel put off by this, they had to be called father too, and subsequently the definition of father changed over the years to reflect this change. By not acknowledging that the donor is indeed a father and the father of that child, it makes it easier to justify the separation and the lack of contact/interaction. Because if we did not know the circumstances of that child’s conception and someone informed you that the child grew up never knowing their father, of course you would think that that was tragic. But when we are informed the father was a sperm donor all of a sudden it becomes acceptable.

Sure the raising male parent acts as a father and does all those things a father should do (and no doubt in many instances does an amazing job), which meets one of the current definitions of father, but by another definition the donor is a father to that child as well. We need to stop trying to rebadge things to make ourselves feel better about our choices but acknowledge them for what they truly are.

A donor conceived person will love their parents for who they are, not what label has been attached to them. Nor should they have the relationship with their biological father devalued by stating that he is not their father. And so too by extrapolation a donor conceived person should not have their relationship status with their siblings or half-siblings trivialised to a dribble – oops I mean dibling.

Familie vinden met DNA

By | Donor Detectives | 4 Comments

Veel donorkinderen zoeken familie m.b.v. hun DNA. Het regent momenteel matches tussen donorkinderen onderling en tussen donoren en donorkinderen. Niet via de traditionele KID DNA-databank van Fiom, maar via Family Tree DNA (FTDNA). Daar test je als donorkind voor een prikkie (stukken goedkoper dan bij Fiom!) en nog betrouwbaarder ook. Want Fiom heeft het toegegeven: het matchen van donorkinderen onderling is niet hun ding. Waar veel donorkinderen zich dus voor inschrijven bij Fiom, het vinden van broers en zussen, kan Fiom helemaal niet leveren. Tenzij ze de donor hebben. Dan heb je meer kans op succes met hun vaderschapstest. Want dat is het.

Met de Donor Detectives hebben we het falen van Fiom aan de kaak gesteld. Onder andere door mijn verhaal te vertellen bij Brandpunt, kwam aan het licht dat Fiom veel matches tussen donorkinderen mist. Nu nemen we met elkaar en met de Donor Detectives het heft in eigen handen. Als een door de overheid gefinancierde instantie het niet goed voor ons regelt, dan doen we dat toch zeker zelf!

Ben je donorkind of wil je donorkinderen helpen in hun zoektocht? Doe dan ook een DNA test. Idealiter de Family Finder van FTDNA, omdat we zo alle donorkinderen en helpers in één database hebben. Je kunt vervolgens gratis je ruwe data uploaden naar Myheritage en GEDmatch.

Er is bij FTDNA een kortingscode voor donorkinderen. Mail me als je die wilt kunnen gebruiken.

We hebben als Donor Detectives een belangrijk doel: we gaan de vaders van 40.000 donorkinderen vinden. Voor hen die dat willen. Omdat DNA ertoe doet.

Zus #2

By | Zussen | 6 Comments

In mei ging ik met ‘mijn kleine zus’ Saskia uit eten. Ons eerste avondje uit. We hadden een heerlijke avond in Katwijk, aan de boulevard. Ik ontmoette zoveel warmte daar, zowel in haar grote gezin als bij haar… Na afloop liepen we naar het strand met maakten we een selfie waar we heel gelukkig samen op staan.

Ik reed naar huis. Op de rand van mijn bed gezeten, appten we nog na (was fijn he, zus!), toen ik ook nog heel eventjes mijn mail checkte. Daar las ik een bericht van een vrouw die getest had bij 23andme. Tot haar verrassing bleek ze een (half)zus te hebben in die database: ik.

Tja, van slapen komt dan niet zoveel meer. WTF, Saskia, wakker worden, we hebben er een grote zus bij!

Saskia en ik hadden elkaar al ontmoet, voor we wisten dat we zussen waren. Deze zus was helemaal nieuw en onverwacht en kwam zomaar ineens op een vrijdagavond uit de lucht vallen. Ik vond het spannend, mailde haar terug en hoopte snel van haar te horen. Want we hebben natuurlijk niet de garantie dat elke ‘half sibling’ die we vinden, ons ook wil ontmoeten en een relatie wil opbouwen.

Inmiddels  hebben we veel contact met elkaar. Ik ben bij haar op bezoek geweest. Ze woont in Amerika. Stond ik daar met mijn koffertje voor haar deur. En op dit moment is ze in Nederland en heeft Saskia haar ook kunnen ontmoeten.

Allebei mijn zussen zijn echt heul errug leuk. Ik ben een gelukkiger mens nu ik weet dat zij er zijn. En we zijn niet de enigen. Sinds veel Nederlandse donorkinderen FTDNA doen, regent het voor velen zussen en broers.

En ik? Ik ben nooit meer enig kind… Ik heb gewoon een zussengroep op Whatsapp! Ik ben rijk!!!

#fail

By | Food for thought | 4 Comments

Ik heb de neiging mijn gevoelens te overstemmen met actie. Geen idee of het erfelijk is, maar ik ben een fikser. Zakelijk heeft me dat veel gebracht. Bazen vinden het fijn als je problemen snel doorziet en oplost. Maar privé is het niet altijd handig.

Er gebeurt iets. Dat leidt tot een emotie. En dan denk ik: zo, hoe kan ik dat nou eens ‘eventjes’ oplossen. Zodat dat niet meer gebeurt. Zodat ik me niet meer zo hoef te voelen. Die neiging heb ik nu ook. Ik zal je vertellen waarom…

Vanuit Stichting Donorkind zijn we in gesprek met Fiom hoe de dienstverlening aan donorkinderen verbeterd kan en moet worden. Hun databank voor donoren en donorkinderen is te duur, werkt niet transparant, is in teveel gevallen afschuwelijk traag. Het kan maanden tot wel een jaar duren voor je elkaar ontmoet, als Fiom je matcht.

Nu ben ik zelf onderwerp geworden van een # fail bij Fiom. Ze hebben de mogelijke match tussen mijn zus en mij wel opgemerkt. In 2012 al. Dat was al rijkelijk laat, omdat we er sinds 2011 in stonden. Maar vervolgactie bleef uit. Waardoor ze ons in 2017 (nog) niet gematcht hadden. Ik zeg (nog), omdat dat letterlijk in hun brief met toelichting op het missen van de match staat.

Nu ben ik verdrietig. Ik had vijf of zes jaar geleden al mijn zus kunnen ontmoeten, als ze bij Fiom niet zo vreselijk hadden zitten snurken. En door dat verdriet schiet ik ook nu weer in de actie-modus. We waren met ze in gesprek met de Stichting Donorkind. Nu moet er een vervolgafspraak komen. Ik moet Defence for Children spreken. Ik moet verder met het optekenen van ervaringen van anderen met Fiom. Ik moet. Ik moet. Ik moet.

Nee.

Ik moet eerst even huilen.

Contact

    Contact