
Ik heb de neiging mijn gevoelens te overstemmen met actie. Geen idee of het erfelijk is, maar ik ben een fikser. Zakelijk heeft me dat veel gebracht. Bazen vinden het fijn als je problemen snel doorziet en oplost. Maar privé is het niet altijd handig.
Er gebeurt iets. Dat leidt tot een emotie. En dan denk ik: zo, hoe kan ik dat nou eens ‘eventjes’ oplossen. Zodat dat niet meer gebeurt. Zodat ik me niet meer zo hoef te voelen. Die neiging heb ik nu ook. Ik zal je vertellen waarom…
Vanuit Stichting Donorkind zijn we in gesprek met Fiom hoe de dienstverlening aan donorkinderen verbeterd kan en moet worden. Hun databank voor donoren en donorkinderen is te duur, werkt niet transparant, is in teveel gevallen afschuwelijk traag. Het kan maanden tot wel een jaar duren voor je elkaar ontmoet, als Fiom je matcht.
Nu ben ik zelf onderwerp geworden van een # fail bij Fiom. Ze hebben de mogelijke match tussen mijn zus en mij wel opgemerkt. In 2012 al. Dat was al rijkelijk laat, omdat we er sinds 2011 in stonden. Maar vervolgactie bleef uit. Waardoor ze ons in 2017 (nog) niet gematcht hadden. Ik zeg (nog), omdat dat letterlijk in hun brief met toelichting op het missen van de match staat.
Nu ben ik verdrietig. Ik had vijf of zes jaar geleden al mijn zus kunnen ontmoeten, als ze bij Fiom niet zo vreselijk hadden zitten snurken. En door dat verdriet schiet ik ook nu weer in de actie-modus. We waren met ze in gesprek met de Stichting Donorkind. Nu moet er een vervolgafspraak komen. Ik moet Defence for Children spreken. Ik moet verder met het optekenen van ervaringen van anderen met Fiom. Ik moet. Ik moet. Ik moet.
Nee.
Ik moet eerst even huilen.
Recente reacties