Heeft iedereen ‘recht’ op een kind?

By | Opinie | No Comments

Sinds ik weet hoe ik verwekt ben, heb ik een gevoelsmatige aversie tegen welk ingrijpen dan ook, om kinderen te krijgen. Ik heb ook de overtuiging dat mijn ouders niet voor niks geen kinderen konden krijgen en dat ik er ‘dus’ niet hoor te zijn. Ik begrijp dat dat harde uitspraken zijn en waar ik voorheen dacht dat dit voornamelijk MIJN gevoel is, ben ik er inmiddels achter dat er wel degelijk een rationale achter zit. Ik moest er alleen de woorden voor vinden. ‘I finally found my voice’, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen…

Mijn moeder had een sterke kinderwens. Dat herken ik wel, want ook ik heb (zoals veel andere vrouwen) een miskraam gehad voor ik daarna -dolgelukkig- een voldragen kindje ter wereld mocht brengen. En ook ik zie om me heen het lijden van vrouwen (en mannen) die ongewild kinderloos zijn. Ik denk dat veel mensen zich in hun pijn kunnen verplaatsen, ook ik.

Waar het misgaat, is dat er wereldwijd een soort concensus lijkt te zijn dat ook iedereen ‘recht heeft’ op een kind. En juist omdat we met elkaar die sterke kinderwens zo begrijpen, wordt het kritische geluid over dit zogenaamde ‘recht’ niet gewaardeerd en zelfs hard bestreden. Ook ik ben inmiddels elders op het internet uitgemaakt voor ‘hypocriete psycho’ omdat ik dit zogenaamde recht aan de kaak stel.

Natuurlijk willen we ons allemaal voortplanten, dat is de aard van het beestje. En we denken dan al snel dat alles wat mogelijk is dan ook maar moet kunnen. Zolang wij gelukkig worden met onze kindertjes. En natuurlijk denken we dat we met voldoende liefde en aandacht zo’n kindje gelukkig kunnen maken. Ook als dat kind niet, of slechts voor de helft, genetisch aan de opvoed- of wensouders verwant is. Ik weet uit ervaring (helaas!) dat dat niet waar is.

Elke week kunnen we de tranen uit onze kop janken bij de verdrietige verhalen van adoptiekinderen die in programma’s als Spoorloos op zoek gaan naar hun biologische ouders. We weten dat het niet kennen van je wortels sterke gevoelens van gemis kan veroorzaken. En toch moet ik keer op keer, ook aan de mensen die dicht bij me staan, uitleggen dat ik het afschuwelijk vind de helft van mijn afkomst niet te kennen. Niet te weten waar ik bepaalde eigenschappen vandaan heb, niet te weten op wie ik lijk, welk medisch onheil me wellicht boven het hoofd hangt, te weten dat er halfbroertjes en -zusjes moeten rondlopen die ik waarschijnlijk nooit zal ontmoeten. Ondanks dit alles worden er nog steeds kindertjes gemaakt die hun familie nooit zullen kennen. Bewust. Door mensen die denken dat ze ‘recht’ hebben op een kind. En een industrie die daar heel, heel veel geld mee verdient.

Wat veel mensen zich niet realiseren is dat er, naast dit ‘recht op een kind’ ook een Verdrag inzake de rechten van het kind bestaat. In de artikelen 7 en 8 staat dat kinderen het recht hebben hun familie te kennen en dat de overheid er alles aan moet doen kinderen bij hun ouders te laten opgroeien. Mede daarom hebben we in Nederland wetgeving die anonieme sperma-, eicel- of embryodonatie verbiedt.

Het lijkt mij niet meer dan logisch dat het belang van het kind voorop staat. Ook als het nog niet geboren en zo verschrikkelijk gewenst is. Dat is een afweging, die iedereen die geconfronteerd wordt met ongewenste kinderloosheid, actief moet maken. Want natuurlijk zijn er ook prachtige verhalen over donorkinderen (en geadopteerden) die ‘nergens problemen mee hebben’. Maar het risico dat dat wel het geval zal zijn, en je jouw kind ongevraagd met verdriet opzadelt, dat moet je toch op zijn minst aan het denken zetten?

Op 7 oktober sprak een donorkind, Katy Doran, een commissie van de Verenigde Naties toe. Haar verhaal heeft mij diep geraakt, omdat deze dame hardop zegt, wat ik voel. Iedereen die overweegt met donormateriaal een kind te krijgen, zou deze video (als je het mij vraagt) verplicht moeten kijken. En Youtube dan ook meteen even ‘Anonymous Father’s Day‘ en ‘Sperm Donors Anonymous‘, allebei prachtige documentaires die een inkijkje geven in het gevoelsleven van nu volwassen kinderen, die uit anoniem donormateriaal vervaardigd zijn.

Kijk Katy Doran bij de VN (vanaf 34 minuten)

 

Profiel van mijn biologische vader (‘donor’)

By | De donor | No Comments

Ik heb helaas geen heel helder profiel van mijn biologische vader. Dat maakt zoeken lastig. Maar onderstaande is een mooi begin:

  • De donor was niet Joods (ik heb geen Joods bloed) en waarschijnlijk ook niet Rooms-Katholiek
  • Hij was in staat op afroep binnen twee uur bij de praktijk aan de Velazquezstraat te zijn. Dat impliceert dat hij in Amsterdam woonde, of in ieder geval niet ver daar vandaan
  • Hij heeft in maart 1972 aldaar sperma gedoneerd of langs gebracht
  • Hij leek waarschijnlijk uiterlijk op mijn vader. Mijn vader heeft donker haar, lichte ogen en is 1 meter 84
  • Hij was mogelijk student geneeskunde (of een andere studierichting) in Leiden of Amsterdam of hij kende gynaecoloog Leo Swaab (of seksuoloog Coen van Emde Boas, beiden betrokken bij mijn conceptie) op een andere manier
  • Hij was integer (selectiecriterium van Swaab) en een ontzettend prettig mens (want dat ben ik ook!).

Update mei 2017: Inmiddels heb ik een zusje gevonden dat in februari 1979 geboren is en dus in mei 1978 verwekt. Dat betekent dat onze vader over een langere periode gedoneerd heeft. Bovengenoemde uiterlijke kenmerken zijn helaas niet zeker. De dokter heeft hier blijkbaar over gejokt (of tegen mijn ouders, of tegen die van mijn zus). Onze vaders hebben namelijk niet dezelfde uiterlijke kenmerken zoals hiervoor genoemd. Overigens is mijn zus ook heeeeeeeel erg lief. Dus we geloven nog steeds dat hij ‘een ontzettend prettig mens’ is.

Update mei 2018: We zijn inmiddels met vijf en de oudste en jongste schelen vijftien jaar. De beste man heeft dus (minstens) vijftien jaar gedoneerd. Ik begin hem inmiddels iets minder aardig te vinden. Vijftien jaar?! Hoeveel donorkinderen zijn dat?

Update augustus 2020: Mijn vader heet Gerard. Hij was geen student en leek uiterlijk niet op mijn vader. Lengte, kleur ogen en kleur haar, de simpelste dingen komen niet overeen. Mocht je op zoek zijn naar je vader: doe een DNA test en ga niet af op sprookjes die door artsen verteld zijn.

Ken of ben je iemand die aan bovenstaande criteria voldoet? Dan ken of ben je misschien mijn biologische vader. Druk snel op de contactknop en mail me, ik wil graag meer van je weten!

Lotgenotencontact

By | Lotgenoten | No Comments

Afgelopen juni was er een uitzending van Humberto Tan, waarin aandacht was voor het verhaal van donorkind Iris, die bij toeval haar biologische vader vond. Op dat moment had ik eigenlijk al jaren niets met mijn ‘donorkind-zijn’ gedaan. Na de inschrijving bij de DNA databank van Fiom was het spoor voor mij immers weer doodgelopen. Ik dekte het gegeven zorgvuldig toe. Maar niet zorgvuldig genoeg blijkbaar, want toen ik de aflevering zag was ik totaal van de kaart.

De volgende dag was ik nog zó verdrietig dat ik niet ben gaan werken, maar bij mijn lieve BFF Gerrit in de tuin ben gaan werken. Wroeten in de aarde. Letterlijk: aarden.

Het wonderlijke verhaal van Iris was, dat zij haar biologische vader vond via een geheime groep op Facebook, waar donorkinderen en donoren lid van kunnen worden. De geheime groep wordt beheerd door de Stichting Donorkind en via een persoonlijk bericht aan de stichting meldde ik me ook aan voor de geheime groep. Ik hinkte wel even op twee gedachten. Dit zou immers betekenen dat ik ‘het’ een plekje in mijn leven zou gaan geven. Ik zou het niet meer jaren kunnen negeren. Het zou er steeds zijn. Ik zou ermee aan de slag gaan…

Eind juni was ik bij een ontmoetingsdag van donorkinderen en donoren. Daar ontmoette ik onder anderen Ties, voorzitter van de stichting, en Monique, donorkind uit Veghel. Met haar en een paar andere meiden heb ik nu geregeld contact. Ik ben actief in de geheime groep (die dankzij alle media aandacht momenteel hard groeit!) en probeer wat vrijwilligerswerk voor de stichting te doen.

Ik kan maar één ding zeggen over lotgenotencontact: het werkt helend. In eerste instantie las ik alleen de verhalen van andere ‘kinderen’ (allemaal volwassen, maar als het om onze herkomst gaat blijven we ALTIJD kinderen!). Ik werd geraakt door hun ervaringen en vond herkenning. Geen enkel verhaal is identiek, maar uit ieder verhaal kon ik stukjes knippen en plakken, en zo mijn eigen verhaal maken. Wat een openbaring! Ik ben niet alleen. IK BEN NIET ALLEEN!!!

De betreffende uitzending van RTL Late Night is hier terug te kijken: ‘Iris_vond_bij_toeval_haar_donorvader’

Wie ben ik?

By | Over Ester | No Comments

Ik ben Ester. Zo heet ik, omdat mijn moeder me graag zo wilde noemen. Mijn vader ging akkoord nadat de ‘h’ verwijderd was. Ik ben op 22 december 1972, tien dagen na de uitgerekende datum, geboren.

Mijn ouders waren blij met me. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik heel erg gewenst was, ik wist dat ze hun best hebben gedaan om mij te maken. Maar als ik terugkijk op mijn jeugd vind ik die zelf niet zo vrolijk. Mijn ouders scheidden toen ik elf jaar oud was, mijn vader vertrok op een dag naar zijn werk en kwam niet meer thuis. Als ik terugdenk aan die tijd word ik er nog verdrietig van. Tussen mijn vader en mij is het nooit meer helemaal goed gekomen.

Op mijn zestiende verliet ik het ouderlijk huis (dat van mijn moeder). Ik heb vervolgens op eigen kracht mijn VWO afgerond en ben uiteindelijk na wat omzwervingen in Haarlem beland, waar ik HEAO heb gedaan. Toen braken absoluut vrolijker tijden aan, ik ontmoette de vader van mijn kinderen, we gingen samenwonen en trouwden. We kregen samen twee prachtige dochters. Inmiddels zijn we alweer jaren gescheiden, maar de kinderen voeden we nog steeds samen in liefde op.

Nu woon ik dus samen met twee prachtige meisjes in een fijn huis in Hilversum. Een echt meidenhuis hebben we, met een lichtblauwe keuken en mintgroene kozijnen. Een fijne plek, waar iedereen ‘er mag zijn’. En die ik de helft van de week zonder de meisjes bewoon, omdat ze dan bij papa zijn.

Dat alleen zijn is dubbel. Ik mis ze, ze horen natuurlijk eigenlijk gewoon altijd bij me te zijn, maar ik heb zelf ook ruimte nodig. Ruimte om te werken, centjes te verdienen en het huishouden te draaien, maar ook ruimte om gewoon even te ‘zijn’.  En heel alleen is het ook weer niet hoor, want ik ben geregeld bij mijn lief te vinden, of hij bij mij. Ik ben gek op hem en zijn kinderen.

Ik vind een paar dingen heel belangrijk. Zo geloof ik, ondanks alle ellende in de wereld, in het goede in mensen. Ik vind het akelig hoe we met onze planeet omspringen, heb soms het gevoel dat ik er als individu niet meer toe doe (‘it”s all about the money’), maar heb wel mooi gespaard voor zonnepanelen op mijn dak. Ik wil graag mijn kinderen op liefdevolle wijze begeleiden naar volwassenheid, waarbij ze mogen zijn wie ze zijn, in al hun schoonheid, met hun kuren en nukken. Ik vertel graag verhalen. Ik wil graag altijd alles ‘goed’ doen. Ik krijg daarvoor ook graag een aai over mijn bol. Ik hou van mooie dingen, draag met trots mijn grootmoeders diamanten ring en hecht dan ook wel aan symbolen. Ik vloek teveel en te vaak (en dat is soms heeeeeerlijk!) maar weet me ook keurig te gedragen. Ik ben geen allemansvriend en maak niet zo heel makkelijk contact. Ik maak het dan graag persoonlijk, met koetjes en kalfjes heb ik niet zoveel. Ik ben een trotse vrouw.

Ik heb wat mensen die mij goed kennen uitgenodigd om hier te vertellen wat mij, in hun ogen, nou kenmerkt. Daarover later meer…

Contact

    Contact