Mijn zoektocht en oma Dini’s appeltaart

By | Food for thought, Zoektocht | 6 Comments

Op deze plek breng ik verslag uit van wat je mijn ‘roadtrip’ zou kunnen noemen. Mijn zoektocht. Ik zoek continu naar aanknopingspunten en ga daar vervolgens mee aan de slag. Ik wil bijvoorbeeld graag begrijpen hoe er in de tijd dat ik ‘gemaakt’ werd tegen KID aangekeken werd, wat motieven van zaaddonoren zijn en waar ik nou mijn biologische vader moet zoeken? Appeltaart speelt in het onderzoeken van die aanknopingspunten een bijzondere rol. De symboliek achter deze appeltaart is, dat hij van mijn grootmoeder van moeder’s kant is. In die zin is dit recept een familietraditie van moeder’s kant. En ik zou in mijn zoektocht ook zo graag de tradities van vader’s kant kennen… Dat is een mooie gespreksopener als ik weer eens vanuit het niets iemand heb opgebeld met het verzoek eens met mij af te spreken om te praten…

Oma Dini’s appeltaart

Ingrediënten: 250 gram zelfrijzend bakmeel, 200 gram boter, 160 gram suiker, 2 zakjes vanillesuiker, een citroen (rasp en sap), een losgeklopt ei, anderhalve kilo goudreinetten en veel kaneel.

Bereiding: maak deeg van meel, boter, suiker, vanillesuiker, citroenrasp en ei. Schil anderhalve kilo appels, verdeel ze in kwarten en snij die kwarten weer in plakjes. Meng de appelschijfjes met wat schepjes suiker, het sap van de citroen en een enorme hoeveelheid kaneel. Doe het deeg als een platte plak in een vlaaivorm, zet de appelpartjes haaks op het deeg. Circa 50 minuten bakken op 180 graden.

Heeft iedereen ‘recht’ op een kind?

By | Opinie | No Comments

Sinds ik weet hoe ik verwekt ben, heb ik een gevoelsmatige aversie tegen welk ingrijpen dan ook, om kinderen te krijgen. Ik heb ook de overtuiging dat mijn ouders niet voor niks geen kinderen konden krijgen en dat ik er ‘dus’ niet hoor te zijn. Ik begrijp dat dat harde uitspraken zijn en waar ik voorheen dacht dat dit voornamelijk MIJN gevoel is, ben ik er inmiddels achter dat er wel degelijk een rationale achter zit. Ik moest er alleen de woorden voor vinden. ‘I finally found my voice’, zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen…

Mijn moeder had een sterke kinderwens. Dat herken ik wel, want ook ik heb (zoals veel andere vrouwen) een miskraam gehad voor ik daarna -dolgelukkig- een voldragen kindje ter wereld mocht brengen. En ook ik zie om me heen het lijden van vrouwen (en mannen) die ongewild kinderloos zijn. Ik denk dat veel mensen zich in hun pijn kunnen verplaatsen, ook ik.

Waar het misgaat, is dat er wereldwijd een soort concensus lijkt te zijn dat ook iedereen ‘recht heeft’ op een kind. En juist omdat we met elkaar die sterke kinderwens zo begrijpen, wordt het kritische geluid over dit zogenaamde ‘recht’ niet gewaardeerd en zelfs hard bestreden. Ook ik ben inmiddels elders op het internet uitgemaakt voor ‘hypocriete psycho’ omdat ik dit zogenaamde recht aan de kaak stel.

Natuurlijk willen we ons allemaal voortplanten, dat is de aard van het beestje. En we denken dan al snel dat alles wat mogelijk is dan ook maar moet kunnen. Zolang wij gelukkig worden met onze kindertjes. En natuurlijk denken we dat we met voldoende liefde en aandacht zo’n kindje gelukkig kunnen maken. Ook als dat kind niet, of slechts voor de helft, genetisch aan de opvoed- of wensouders verwant is. Ik weet uit ervaring (helaas!) dat dat niet waar is.

Elke week kunnen we de tranen uit onze kop janken bij de verdrietige verhalen van adoptiekinderen die in programma’s als Spoorloos op zoek gaan naar hun biologische ouders. We weten dat het niet kennen van je wortels sterke gevoelens van gemis kan veroorzaken. En toch moet ik keer op keer, ook aan de mensen die dicht bij me staan, uitleggen dat ik het afschuwelijk vind de helft van mijn afkomst niet te kennen. Niet te weten waar ik bepaalde eigenschappen vandaan heb, niet te weten op wie ik lijk, welk medisch onheil me wellicht boven het hoofd hangt, te weten dat er halfbroertjes en -zusjes moeten rondlopen die ik waarschijnlijk nooit zal ontmoeten. Ondanks dit alles worden er nog steeds kindertjes gemaakt die hun familie nooit zullen kennen. Bewust. Door mensen die denken dat ze ‘recht’ hebben op een kind. En een industrie die daar heel, heel veel geld mee verdient.

Wat veel mensen zich niet realiseren is dat er, naast dit ‘recht op een kind’ ook een Verdrag inzake de rechten van het kind bestaat. In de artikelen 7 en 8 staat dat kinderen het recht hebben hun familie te kennen en dat de overheid er alles aan moet doen kinderen bij hun ouders te laten opgroeien. Mede daarom hebben we in Nederland wetgeving die anonieme sperma-, eicel- of embryodonatie verbiedt.

Het lijkt mij niet meer dan logisch dat het belang van het kind voorop staat. Ook als het nog niet geboren en zo verschrikkelijk gewenst is. Dat is een afweging, die iedereen die geconfronteerd wordt met ongewenste kinderloosheid, actief moet maken. Want natuurlijk zijn er ook prachtige verhalen over donorkinderen (en geadopteerden) die ‘nergens problemen mee hebben’. Maar het risico dat dat wel het geval zal zijn, en je jouw kind ongevraagd met verdriet opzadelt, dat moet je toch op zijn minst aan het denken zetten?

Op 7 oktober sprak een donorkind, Katy Doran, een commissie van de Verenigde Naties toe. Haar verhaal heeft mij diep geraakt, omdat deze dame hardop zegt, wat ik voel. Iedereen die overweegt met donormateriaal een kind te krijgen, zou deze video (als je het mij vraagt) verplicht moeten kijken. En Youtube dan ook meteen even ‘Anonymous Father’s Day‘ en ‘Sperm Donors Anonymous‘, allebei prachtige documentaires die een inkijkje geven in het gevoelsleven van nu volwassen kinderen, die uit anoniem donormateriaal vervaardigd zijn.

Kijk Katy Doran bij de VN (vanaf 34 minuten)

 

Profiel van mijn biologische vader (‘donor’)

By | De donor | No Comments

Ik heb helaas geen heel helder profiel van mijn biologische vader. Dat maakt zoeken lastig. Maar onderstaande is een mooi begin:

  • De donor was niet Joods (ik heb geen Joods bloed) en waarschijnlijk ook niet Rooms-Katholiek
  • Hij was in staat op afroep binnen twee uur bij de praktijk aan de Velazquezstraat te zijn. Dat impliceert dat hij in Amsterdam woonde, of in ieder geval niet ver daar vandaan
  • Hij heeft in maart 1972 aldaar sperma gedoneerd of langs gebracht
  • Hij leek waarschijnlijk uiterlijk op mijn vader. Mijn vader heeft donker haar, lichte ogen en is 1 meter 84
  • Hij was mogelijk student geneeskunde (of een andere studierichting) in Leiden of Amsterdam of hij kende gynaecoloog Leo Swaab (of seksuoloog Coen van Emde Boas, beiden betrokken bij mijn conceptie) op een andere manier
  • Hij was integer (selectiecriterium van Swaab) en een ontzettend prettig mens (want dat ben ik ook!).

Update mei 2017: Inmiddels heb ik een zusje gevonden dat in februari 1979 geboren is en dus in mei 1978 verwekt. Dat betekent dat onze vader over een langere periode gedoneerd heeft. Bovengenoemde uiterlijke kenmerken zijn helaas niet zeker. De dokter heeft hier blijkbaar over gejokt (of tegen mijn ouders, of tegen die van mijn zus). Onze vaders hebben namelijk niet dezelfde uiterlijke kenmerken zoals hiervoor genoemd. Overigens is mijn zus ook heeeeeeeel erg lief. Dus we geloven nog steeds dat hij ‘een ontzettend prettig mens’ is.

Update mei 2018: We zijn inmiddels met vijf en de oudste en jongste schelen vijftien jaar. De beste man heeft dus (minstens) vijftien jaar gedoneerd. Ik begin hem inmiddels iets minder aardig te vinden. Vijftien jaar?! Hoeveel donorkinderen zijn dat?

Update augustus 2020: Mijn vader heet Gerard. Hij was geen student en leek uiterlijk niet op mijn vader. Lengte, kleur ogen en kleur haar, de simpelste dingen komen niet overeen. Mocht je op zoek zijn naar je vader: doe een DNA test en ga niet af op sprookjes die door artsen verteld zijn.

Ken of ben je iemand die aan bovenstaande criteria voldoet? Dan ken of ben je misschien mijn biologische vader. Druk snel op de contactknop en mail me, ik wil graag meer van je weten!

Lotgenotencontact

By | Lotgenoten | No Comments

Afgelopen juni was er een uitzending van Humberto Tan, waarin aandacht was voor het verhaal van donorkind Iris, die bij toeval haar biologische vader vond. Op dat moment had ik eigenlijk al jaren niets met mijn ‘donorkind-zijn’ gedaan. Na de inschrijving bij de DNA databank van Fiom was het spoor voor mij immers weer doodgelopen. Ik dekte het gegeven zorgvuldig toe. Maar niet zorgvuldig genoeg blijkbaar, want toen ik de aflevering zag was ik totaal van de kaart.

De volgende dag was ik nog zó verdrietig dat ik niet ben gaan werken, maar bij mijn lieve BFF Gerrit in de tuin ben gaan werken. Wroeten in de aarde. Letterlijk: aarden.

Het wonderlijke verhaal van Iris was, dat zij haar biologische vader vond via een geheime groep op Facebook, waar donorkinderen en donoren lid van kunnen worden. De geheime groep wordt beheerd door de Stichting Donorkind en via een persoonlijk bericht aan de stichting meldde ik me ook aan voor de geheime groep. Ik hinkte wel even op twee gedachten. Dit zou immers betekenen dat ik ‘het’ een plekje in mijn leven zou gaan geven. Ik zou het niet meer jaren kunnen negeren. Het zou er steeds zijn. Ik zou ermee aan de slag gaan…

Eind juni was ik bij een ontmoetingsdag van donorkinderen en donoren. Daar ontmoette ik onder anderen Ties, voorzitter van de stichting, en Monique, donorkind uit Veghel. Met haar en een paar andere meiden heb ik nu geregeld contact. Ik ben actief in de geheime groep (die dankzij alle media aandacht momenteel hard groeit!) en probeer wat vrijwilligerswerk voor de stichting te doen.

Ik kan maar één ding zeggen over lotgenotencontact: het werkt helend. In eerste instantie las ik alleen de verhalen van andere ‘kinderen’ (allemaal volwassen, maar als het om onze herkomst gaat blijven we ALTIJD kinderen!). Ik werd geraakt door hun ervaringen en vond herkenning. Geen enkel verhaal is identiek, maar uit ieder verhaal kon ik stukjes knippen en plakken, en zo mijn eigen verhaal maken. Wat een openbaring! Ik ben niet alleen. IK BEN NIET ALLEEN!!!

De betreffende uitzending van RTL Late Night is hier terug te kijken: ‘Iris_vond_bij_toeval_haar_donorvader’

Contact

    Contact